donderdag 26 maart 2015

Intervallen werkt dat wel?


Er gaat voor mij niets boven lopen in de natuur. Het weidse landschap, het geluid van een roffelende specht of “witte wieven” maken mijn hoofd leeg. Mijn koppie is dan niet meer bezig met kleine pijntjes in mijn kuit of knie maar wel met de rust die van de natuur uitgaat. Logisch dus dat ik mijn trainingsrondjes zo plan dat ik binnen twee kilometer in de natuur ben. Na een dikke vier jaar in Wageningen te wonen weet ik de mooie plekjes wel te vinden. Ondanks dit laat ik mij soms nog wel eens verrassen door een klein zandpad dat door de Wageningse Eng kronkelt of een trail dat mij door het Renkums beekdal leidt.

Aan het meedoen aan een wedstrijd stel ik maar een eis; het moet een route door de natuur zijn. Door de jaren heen deed ik aan veel mooie wedstrijden mee. Zo liep ik de Zevenheuvelenloop, de Posbankloop en de Hoge Veluwe Loop.

Dit jaar verscheen er een nieuwe loop op de agenda: De Stevensloop in Nijmegen. Om maar gelijk met de deur in huis te vallen; het viel een beetje tegen. De omgeving van Nijmegen kent mooie gebieden. Vele kilometers fietste ik door de Ooijpolder. Kapot ben ik gegaan in het gebied van Berg en Dal en keek mijn ogen uit in het weidse landschap rond Groesbeek. Jammer genoeg voerde de Stevensloop niet door die mooie gebieden. Het enige stukje natuur waar we doorheen liepen lag aan de noordzijde van de Waal. De rest van het parcours liep door industriegebied, woonwijken en een grote bouwput. Het is deze bouwput waar ik hoop uit put. Hoop voor de toekomst van de Stevensloop. Want pretenties heeft deze loop wel. De bouwput waarin we liepen schept ruimte voor de rivier.  Het is nu onooglijk lelijk met veel beton, graafmachines en hopen zand. Er wordt nog tot eind 2015 gebouwd maar dan moet het project klaar zijn en kan de natuur beginnen met bouwen. Daar vestig ik mijn hoop op dat de Stevensloop ooit door het rivierpark over het nieuwe eiland de Stevensloop voert.

Was het dan alleen maar kommer en kwel? Nee dat dan weer niet. Het parcours bleek een heel snel parcours te zijn. Aan het begin van de wedstrijd feliciteerde Pieter mij al met behalen van een nieuw persoonlijk record op de halve marathon. Dat leek mij toen nog een beetje voorbarig. Maar toen ik de eerste vijf kilometer binnen vijfentwintig minuten liep, was een verbetering van mijn persoonlijk record binnen handbereik. Maar de wedstrijd is lang. Het vervelende stuk langs de woonwijk zorgde dat mijn tijd iets terugliep. Maar een bandje dat langs de kant de lopers aan het opjutten was zorgde ervoor dat ik de snelheid weer hervond. Na de woonwijk liep ik weer in de natuur en kon ik het pijntje dat aan de binnenkant van mijn knie dat begon te ontstaan even vergeten. Bij de opgang naar de Oversteek kwam het pijntje weer terug maar nu om niet meer weg te gaan. Na de Oversteek liep ik door een uber saai stukje industrieterrein dat niet veel goeds deed om het pijntje naar de achterkant van mijn hoofd te krijgen. Gelukkig was het geen groot terrein want voordat het echt vervelend werd liep ik alweer langs de Waal richting de Valkhof waar de laatste grote uitdaging op mij wachtte.  De Voerweg was het laatste obstakel dat genomen moest worden. Na deze puist was het nog even bikkelen. De tijd stopte op 1 uur 49 minuten en 12 seconden. Dat betekent dat ik mijn pr met zes minuten verbeter. Hoe dit kan? Intervaltraining van Rene. Sinds november vorig jaar probeer ik zoveel mogelijk zijn training op maandag te volgen. Het is zwaar maar de resultaten zijn er naar. Als ik het volhoud op de trainingen te blijven volgen ben ik benieuwd wat er nog mogelijk is. Hoe dan ook ik ben erg blij met de gelopen tijd. Nu maar hopen dat in de aankomende jaren het parcours van de Stevensloop aantrekkelijker wordt. Dan wordt het allemaal nog leuker.

zaterdag 7 maart 2015

Swim till you drop


Oké, het evenement ligt dan al wel twee weken achter ons, toch laat het mij niet los. Het is hét evenement waar mannen kerels en vrouwen meiden worden. Hét evenement waar je niet alleen de strijd met klok maar ook een strijd met jezelf aangaat. Hét evenement waar op en over je grens heen gaat. Ik heb dan natuurlijk over de ultra-swim-chalenge. In goed Nederlands: de ultra-zwem-uitdaging. Het concept van het ultra-zwem-evenement komt uit de koker van Rob. Hij vond het wel een aardig idee om ons VZS’ers ieder op zijn of haar eigen kunnen uit te dagen. Het idee is simpel. Je gaat op een zaterdagochtend fijn een stukje zwemmen. Zo kon je je opgeven om 100 x 100, 100 x 75 of 100 x 50 meter te zwemmen. Even snel rekenen leert dat je na afloop van de ultra-zwem-uitdaging respectievelijk 10, 7,5 of 5 kilometer zwemt en das best een aardige afstand.

Zo stond ik dus op zaterdag 14 februari om 5 uur 56 aan de rand van het zwembad mijzelf af te vragen waar ik in vredesnaam aan begon. Nou dat wist ik best, ik begon aan 100 x 75 meter zwemmen. Om precies 5 uur 55 zette het fluitsignaal van Rob alle deelnemers aan het werk. De ultra-zwem-uitdaging was begonnen.

De eerste banen moest ik echt even op slag komen. Gelukkig lag ik als derde in het treintje achter Peter en Ellen. Hierdoor kon ik mij op de techniek richten en de techniek is het enige dat je op deze afstand gaat je redden. Na een baantje of vijftig kwam ik in een flow terecht waarbij het zwemmen redelijk vanzelf ging. De gedachtes gingen alle kanten op, van boodschappen doen, naar mijn ouders die op de kleine generaal paste, naar weet ik niet allemaal wat.

Na 40 x 75 banen was het moment waarvan je wist dat het ging komen daar... pauze. Snel het water uit want zwemmen doet plassen. Jammer, toch iets te laat het water uitgekomen want ik kon achteraan sluiten voor de rij bij de toiletten. Na het plassen snel een banaan naar binnen drukken en hop hop chop chop het water weer in. De eerste banen na de pauze merkte ik goed dat ik uit mijn ritme was. Hoe terug te komen in het ritme? Jawel daar is die weer; techniek. Je hebt gelukkig genoeg banen om de zwemtechniek onder de knie te krijgen.

Jho verveel je je niet tijdens z’n fijn stukje zwemmen? Euh nou nee. Er zijn genoeg dingen om je mee bezig te houden. Zo was ik in mijn hoofd al bezig met dit stukje en was ik ook al bezig met de pauze die er weer aan zat te komen en met…techniek.
Ook probeerde ik naar de baan naast mij te kijken. Daar lagen de matadors van de 100x100. Ik zwom mooi met ze op maar als ik aan de kant hing omdat ik de 75 meter had volbracht moesten zij nog 25 meter zwemmen. Deze mannen en vrouwen zwommen 1:30 op 100 meter en dat drie uur lang. Ik neem hier diep mijn badmuts voor af. Maar ook voor de bikkels van de 100x50. Ga het maar eens doen.

De volgende pauze kwam nu al 30 x 75 meter poedelen. Omdat ik tijdens het zwemmen de tactiek van de pauze bepaalde, wist ik precies wat mij te doen stond. Snel het water uit, krentenbol uit de tas pakken, naar de wc lopen, plassen. Tegelijkertijd met het plassen de  krentenbol eten en snel weer terug het water in. Jawel de tactiek werkte. Ik lag ruim op tijd in het water.

Na deze laatste pauze schoof ik een plaatsje op en lag nu direct achter Ellen. Na twee banen achter haar te hebben gezwommen kwam ik er al snel achter dat zij goed de sokken erin had. Zo zwom ik voor de pauze nog 1 minuut 13 op de 75 meter, nu dook de tijd omlaag richting de 1 minuut 8. Na 80 x 75 begon het zwemmen vervelend worden. Vervelend voor articulus humer, de musculus triceps brachii en decaput longum. Of te wel; jeemig wat worden mijn armen moe. Ellen bleef maar doortrekken. Een fractie van een seconde dacht ik er over na om mijn plekje op te geven en mijn oude plek weer in te nemen. Maar dan zou ik de pijn laten winnen. Wil je sterker worden dan moet je pijn verdragen en door de zwarte sneeuw heen gaan. En hoe doe je dat? Jawel op techniek.

08:40”45 De laatste 10 x 75 banen. Nu was het aftellen geblazen. Bij elke korte rust snel de armen losschudden en focussen. Nog maar een klein stukje. De tijd van 1:08 op 75 meter werd 1:10 maar nog genoeg tijd om uit te hijgen. De laatste 5x75 ging vanzelf. Om 08:58 was het klaar, de 100x 75 zaten erop. Gelukkig wel. Nog een snelle foto voor de website en na het douchen naar huis waar ik de rest van de dag de armen niet meer omhoog kreeg.

Volgend jaar weer maar dan krijgen we minder rust. Dan moet de 75 meter in 1:40 volbracht worden en niet zoals dit jaar in 1:45 dat scheelt 5 seconde rust. Volgens Rob moeten we dat kunnen hebben…de optimist.