Sporten voor een goed doel.
Wat is er mooier als je sport aan een goed
doel kunt koppelen? Helemaal als de sport die je dan doet ook nog eens in het trainingsschema
van de triatlon pas. Op zaterdag 26 januari organiseerde verschillende
sportscholen in Wageningen spin4care. Het doel was om zoveel mogelijk geld in
te zamelen voor de ROPARUN. Deze run begint in Parijs en eindigt in Rotterdam.
Gelijktijdig aan deze route lopen er ook mensen van Hamburg naar Rotterdam. Het
doel van de ROPARUN is om zoveel mogelijk geld in te zamelen om projecten te financieren om
het leven van kankerpatiƫnten zo goed en aangenaam mogelijk te laten verlopen.
Dit
doel bracht mij ertoe om samen met andere van de sportschool op de spinfiets te
stappen. We schreven ons in om twee uur achter elkaar de pedalen rond te
trappen. Om iets voor elven klonk het startschot. Onder een stevige housebeat
werden de eerste minuten weggefietst. Tijdens het fietsen kregen we beelden te
zien van de ROPARUN 2012. Wat opviel was de emotie bij de deelnemers en het
enthousiasme van de mensen langs de kant. Ik begreep dat er al om zes uur ’s
morgens mensen langs de kant van de weg stonden om de lopers aan te moedigen. Dat
is op een Pinksterweekend best vroeg.
De
spininstructeur zette de staande klim in. Zweetdruppels stroomde nu vrijelijk
over mijn voorhoofd. Langzaamaan begonnen de bovenbenen te branden. Hoeveel
keer je de Grebbe- en of Amerongseberg oprijd, zo een staande klim nekt mij
elke keer. Doseren is nu eenmaal niet mijn sterkste kant. Ik begin vaak te
snel. In een peleton daarentegen kan ik mijn snelheid aanpassen aan de groep.
Maar op de spinfiets draai ik de gashandel vaak te ver open.
De
staande klim ging over naar een sprint. Dat kwam prima uit want hierdoor kon ik
even lekker de benen losdraaien. Was ook wel nodig. Opnieuw vulde een stevige
housebeat de spinningszaal. De walk werd ingezet. De bovenbenen die net een
beetje van de staande klim waren bekomen, mochten weer vol aan de bak. Gelukkig
duurde deze walk niet al te lang en mochten we al vrij snel terug in zadel
komen.
Het
leuken aan spinnen is om naar de verschillende manieren van fietsen te kijken.
Je zou denken fietsen is fietsen. Hoeveel verschil kan daar nu inzitten? Geloof
mij als ik zeg veel. Als ik meedoe aan een spinning les probeer ik om helemaal
achterin de zaal te gaan fietsen. Achterin de zaal heb je namelijk het mooiste
overzicht over alle spinners en kun je alle verschillende technieken bekijken.
Zo heb je de trilplaat. Dat is een spinner die het zadel te laag heeft staan.
Door dit te lage zadel kan de spinner tijdens een sprint niet stevig in het
zadel blijven zitten en wipt de spinner constant uit het zadel. Dan heb je
schuddenkont. Dit is het soort dat de billen tijdens de staande klim niet boven
het zadel houdt maar van links naar rechts boven het zadel beweegt. De schudder
is te herkennen aan een schuddend bovenlichaam en een laag gehouden hoofd. Het
schudden van het bovenlichaam gaat in hetzelfde tempo als dat van ronddraaien
van de benen.
Als
kind behoorde ik tot de laatste categorie. Mijn vader wees mij hier constant
op. Na vele kilometers samen met hem te fietsen heeft hij dit schudden bij er
mij wel uit gekregen. Tot welke categorie ik tegenwoordig hoor, geen idee maar
ik hoor het graag van mijn mede fietsers.
Na twee
uur van in het zweet werken zat het erop. Toegegeven, buiten fietsen is
lekkerder maar als het te slecht is om buiten te fietsen is spinnen een prima
alternatief. Bovendien, deze keer spinnen was voor het goede doel. Aan het
einde van de spiningsmarathon ROPARUN mocht €7750,- bijschreven en dat is op een
druilerige zaterdag helemaal niet verkeerd.