Duatlon,
run-bike-run, pentathlon en nog vele andere exotische namen worden gegeven aan
verschillende vormen van combinatiesporten. Wat is er mis met de Nederlandse
termen? Waarom niet gewoon ren-fiets-ren of vijfkamp of multisport. Boerenkool
noemen we toch ook niet farmercabbage zoals we snert geen rubbish noemen.
Gelukkig is er een vorm van multisport die gewoon de lading dekt: zwem-loop. Afgelopen
zaterdag was het zover, ik zou mijn eerste zwem-loop in mijn multisportcarrière
doen. Voordeel van veel dingen voor het eerst doen is dat ik bij elke nieuw "ding"
een persoonlijk record vestig.
Het concept van de zwem-loop van zaterdag was simpel. Eerst 500 meter
zwemmen in het binnenbad (zwem-loop is doorgaans geheel buiten) , dan hop-hop
chop-chop omkleden en vervolgens als een haas 5 kilometer hardlopen rondom het
zwembad. Tot zover het concept. Omdat de winter zich maar niet uit Nederland
laat jagen besloot de wedstrijdleiding om 10 minuten omkleedtijd in te lassen. Dit
om te voorkomen dat je met natte kleding de vrieskou in zou gaan. Met alle
gevolgen van dien. Persoonlijk was ik wel blij met de 10 minuten omkleedtijd.
Zo geoefend was en ben ik nog niet met wisselen. Toegegeven: ik heb thuis
geoefend, maar dat omkleden is nog niet helemaal ingeslepen. Mijn
evenwichtsgevoel is ver te zoeken en ik ga dan ook regelmatig hoppend op een
been door de hele kamer heen. Het lukt mij maar niet om stilstaand op een been
een broek aan te krijgen. En wat is het toch met natte voeten en een lange
lycra hardloopbroek? Vooral de kleine teen is erg weerbarstig. Zo klein deze
teen ook is, zo lastig is deze door een broek te krijgen, laat staan een sok.
Dus ik was blij met die extra tijd.
Na het zwemmen, wat best aardig ging, begon het omkleden. De
geroutineerde triatleten waren zo klaar en stonden al heel snel buiten, te
warmlopen. Zelf had een minuut of zeven nodig om af te drogen, zwembroek uit , hardloopbroek
en de rest van het looptenue aan te doen. Daarna nog even snel de schoenen aan
en de veters vast en hop naar buiten. Daar werden de snelle jongens en meiden
al weggeschoten voor hun 5 kilometer. Zelf moest ik 3 minuten wachten. Dat gaf
mij de tijd om de concurrentie in te schatten. Wie wilde ik voor blijven en wie
moest ik voor mij dulden? “Jeroen” riep de wedstrijdleiding en weg was ik.
Binnen een kilometer werd ik al door drie heel snelle lopers ingehaald. Die
drie had ik niet in de gaten gehad tijdens mijn concurrentie-inschatting. Het
inhaal moment was direct het enige moment dat ik de drie zag, de rest van de 5
kilometer heb ik ze niet meer gezien. Heb ik zelf niemand in kunnen halen? Ja,
drie lopers heb ik kunnen inhalen en…iemand met een kinderwagen maar die deed
niet mee met de zwem-loop.
Na de finish was ik redelijk kapot. Ik wilde vlak voor de streep nog
iemand inhalen maar die was toch echt te snel. Dit had ik kunnen weten want de beste man haalde mij
750 meter voor de eindstreep in. Dat ging met zo een snelheid, dat ik wel stil
leek te staan. Vlak voor de finish viel hij stil en ik dacht: “kom laat ik eens
proberen hem nog op de meet te kloppen.” Dat ging net niet. Nou ja net niet, er
zat nog een seconde of vijf tussen zijn finish en die van mij.
Een bak koffie en een speculaasje verder en ik voelde mij al weer een
stuk beter. Wat mijn tijden zijn weet ik op dit moment nog niet. Vol spanning
volg ik alle activiteiten in mijn elektronische postvak. Ik beloof mijn
volgende blog te beginnen met de tijd die deed over deze geslaagde zwem-loop
deed.