“Nee joh, ik ben helemaal niet zenuwachtig” Was het antwoord
op de vraag die mijn passagier stelde.
Deze vraag stelde mijn passagier tijdens de autorit
naar Leersum waar ik mijn allereerste cross 1/8ste triatlon zou gaan doen.
Maar als ik niet zenuwachtig ben, wat was dan het kriebelende gevoel in mijn onderbuik?
Het voelde als zenuwen, het leek op zenuwen dus het zouden zenuwen kunnen
zijn.
De laatste keer dat ik voor een wedstrijd zenuwachtig was,
lag ver achter mij. Het zal is vijfentwintig jaar geleden dat ik dit
gevoel leerde kennen. Vroeg in de ochtend, vlak voor een potje voetbal tegen onze
aartsrivaal Terleden, bekroop mij hetzelfde weeë gevoel als mij nu bekroop.
Maar waar zou ik zenuwachtig voor moeten zijn? Op de VZC
kalender was deze triatlon toch niet als wedstrijd aangemerkt? Diep van binnen wist ik wel beter. Training of geen training, bij de VZC
kan elke training ontaarden in een wedstrijd. Het was deze kennis die zorgde
voor het oude vertrouwde onderbuikgevoel.
Aangekomen bij het Bosbad in Leersum merkte ik dat de
triatlon niet alleen VZC’ers aantrok maar ook een paar exoten van buiten de club.
Door deze grote opkomst startte wij in twee groepen. Gelukkig voor mij, want
ondanks de perfecte voorbereiding was ik iets vergeten. Het was de
zwembril die deze keer in Wageningen was achtergebleven. Gelukkig was er
een VZS’er zo tof om mij zijn zwembril te lenen.
De eerste serie startte precies om zeven uur. Met veel
geweld kwamen de zwemmers in beweging. Het ging hard, binnen
zesenhalve minuut kwam de eerste zwemmer het water uit. Nadat het water weer
tot rust was gekomen, was het de beurt aan de tweede serie…aan mij. In het
water bepaalde we onderling wie erop kop zwom en wie achteraan. Die
gene met de snelste kilometertijd kwam voorop te liggen. Dat bleek ik dus
te zijn, iets waar ik niet blij mee was. Op kop zwemmen is namelijk niet mijn ding. Ik ben erg slecht in het tellen van de afgelegde banen. Het was dus
niet ondenkbaar dat ik meer dan 500 meter zou gaan zwemmen. Al snel merkte ik
dat ik in het zelfde tempo als mijn buurman in een baan naast mij zwom. Dat scheelde banen
tellen. Nadat de 500 meter zwemmen erop zaten, klom ik het water uit en
rende zo snel mogelijk naar de wisselzone waar de mountainbike wachtte. Ietwat
gedesoriënteerd trok ik de fietsschoenen aan, zette de helm op en sprong op de
fiets. Een gedeelte van het fietsparcours herkende ik van
de Pentathlon en van een hardloopwedstrijdje.
Deze kennis maakte het wat makkelijker omdat ik nu wist waar de venijnige
klimmetjes lagen te wachten. Niet dat deze kennis de klimmetjes makkelijker maakte,
het blijven knappe hobbels om tegenop te fietsen.
Er was een groot verschil met de Pentathlon. Er lagen nu gedeeltes mul zand op het parcours. Dat maakte het fietsen niet makkelijker. Wild zwiepend en
zwalkend, fietste ik door het mulle zand. De eerste ronde won het mulle zand,
ik moest afstappen. De tweede ronde had ik het door, in volle galop knalde ik door
het mulle zand. Jawel zonder afstappen kwam ik door zandbak heen.
Na 15 kilometer zwoegen kwam de wisselzone in zicht en maakte
ik mij klaar voor de wissel. Zonder al te veel problemen kwam ik van de fiets af,
daarna snel de fietsschoenen uit en de hardloopschoenen aan.
De eerste meters na het fietsen voelde het lopen raar aan. De
looproute was niet echt moeilijk sterker nog, verkeerd lopen was bijna niet
mogelijk. Eerst tweeënhalve kilometer heen lopen om daarna weer tweeënhalve
kilometer dezelfde weg terug te rennen. Het
leuke daarvan is dat je de collega’s, die tegengesteld aan je lopen kunt
aanmoedigen. Zelf loop ik altijd ietsje sneller en iets rechterop als ik
collega’s zie aankomen. Vooral niet laten merken dat je moe bent.
Op het keerpunt merkte ik dat mijn diesel warm begon te
worden. Met een iets hogere snelheid liep ik langzaam in op Cora die voor mij
liep. Heerlijk is dat: als je je kunt optrekken aan iemand die voor je loopt.
Ondanks het hogere tempo en het kunnen optrekken aan Cora, lukte het mij niet om
haar te kloppen. Tien seconde later dan Cora kwam ik over de finish.
Mijn allereerste 1/8ste triatlon zat erop. Hoe
het voelde? Het smaakte naar meer…veel meer.