zondag 20 januari 2013

Runners high.


                                     Runners high.

Temperatuur tegen of net onder het vriespunt, een waterig zonnetje en goede zin. Wat heeft de mens nog meer nodig om een lekker eind hard te lopen? Voor mij stonden in ieder geval alle seinen op groen. Ondanks dat ik nog niet zo heel lang in Wageningen woon, beschik ik wel over een aardig arsenaal aan hardlooproutes. De loopafstanden variëren van vijf tot twintig kilometer. Onder deze ideale omstandigheden koos ik voor een middenafstand van ongeveer twaalf kilometer. Ongeveer twaalf kilometer omdat ik van te voren nooit zeker weet of ik de bedachte route ook precies zo loop. Het kan gebeuren dat ik zo lekker loop dat ik een extra straatje om ga, of juist een straatje minder, omdat de knie niet wil meewerken.

De gekozen route voert mij van Wageningen naar Nol in ’t Bosch. Dan door het bos om via het arboretum uit te komen bij de Nederrijn en dan terug naar huis. Na het omkleden in sporttenue en het activeren van Nike Running stapte ik de deur uit. Direct vulde mijn longen zich met de frisse winterlucht. Even ging er een rilling over mijn rug. Het verschil tussen de warme huiskamer en de koude buitenlucht was toch meer dan ik binnen kon vermoeden. Met dit winterweer is het zaak niet te snel van start te willen gaan. Eigenlijk start ik altijd behouden omdat ik van naturen een diesel ben. Het duurt bij mij wat langer eer ik warm ben.

De eerste kilometers voerde mij de stad uit en de Wageningse Eng in. Terwijl wolkjes adem de koude lucht ingeblazen werden, genoot ik van het uitzicht. In de verte doemt het bos al op. Links en rechts van de weg liggen verspreidt wat boerderijen terwijl het geblaf van een hond de stilte verbreekt. Zodra de hond het wel genoeg vond en stopte met zijn waakzaamheden, keerde de stilte terug in de Eng. Deze lekkere stilte wordt in de bossen alleen maar sterker. Weinig mensen zijn in het bos te vinden. De eenzame zwijgende fietser die een vrouw met hond passeert daargelaten. Na wat draaien en keren kom ik bij de rotonde van de scheidingsweg uit. Na de rotonde neemt een smal pad mij mee naar de plek waar tot voor kort het hotel op de berg stond. Het hotel bleek niet opgewassen tegen de moderne tijd en moest plaats maken voor een modernere variant. Het nieuwe hotel zou volgens de ontwikkelaars beter op het arboretum moeten kunnen aansluiten. Prima deze natte kreet, als het maar niet mijn hardlooprondje in de war gooit. Een van de mooie dingen van het arboretum zijn de vergezichten. Op deze heldere winterdag zou je tot Nijmegen kunnen kijken. Verder gaat het, trappetjes af en op naar de veerweg. De uiterwaarde zijn door de rijp maagdelijk wit gekleurd. Heckrunderen die aan de oever van de Nederrijn staat, steken scherp af tegen het witte decor. De schapen die onderaan de dijk staan, zijn daarentegen minder goed te zien. Te horen des te beter want hun geblaad verraad ze.

De natuur, de stilte en de rust die van deze omgeving uitgaat, geeft mij vleugels. Gedachtes in mijn hoofd hebben vrij spel. Problemen, stress of zorgen maken plaats voor euforie. Met elke kilometer ontstaat het gevoel dat ik net iets boven het asfalt loop. Soms kost het meer moeite om hard te lopen, vandaag niet. Vandaag gaat het als vanzelf.

Met een voldaan gevoel draai ik de straat in die het einde van route inluidt. Zodra ik op “end race” druk feliciteert Paula Redcliff mij met mijn beste tien kilometer ooit. 

maandag 7 januari 2013

Het begin.


                                                                  Het begin.

De afspraak maakte ik al twee jaar eerder. In 2011 had ik mij namelijk voorgenomen om mee te gaan doen aan een triatlon. Welke triatlon? Geen idee. Hoe ik mij moest voorbereiden? Geen idee. Welke afstand? Je raad het al, geen idee. Beginnen aan, laat staan het volbrengen van een triatlon zou geen gemakkelijke opgave worden.

Als jonge jongen zat ik aan de buis gekluisterd te kijken naar de triatlon van Almere. Eén van de herinneringen aan die triatlon was een man die helemaal alleen over een dijk hardliep. De vlaggen langs de weg wapperden heftig in de harde wind. Achter de loper ging de zon langzaam onder, terwijl de motor met commentator verder bij de hardloper wegreed. In mijn ogen moest je uit puur graniet gebeeldhouwd zijn om zo’n monstertocht te volbrengen. Aangezien ik mijzelf niet tot deze categorie rekende ging ik op voetbal.

Voetbal bleek voor mij niet weggelegd. Het ontbrak mij simpelweg aan balgevoel, iets dat best wel essentieel is bij een balsport. Dit gemis betekende het einde van mijn sportcarrière. Jaren later op Curaçao hervond ik sportplezieren. Daar werd ik besmet met het mountainbike virus. Het eiland leent zicht daar prima voor!

Terug in Nederland kreeg ik tijdens het fietsen last van mijn knie. Om niet tonnetje rond te worden zocht ik naar een sport die dat kon voorkomen. Na wat omzwervingen kwam ik bij het hardlopen uit. Nadat de knie weer pijnvrij was, pakte ik het fietsen weer op. Het mountainbiken in Nederland gaf mij niet dezelfde voldoening als op Curaçao en daarom ben ik overgestapt naar racefietsen. Hardlopen bleef ik wel doen maar op een lager pitje. Het kwam niet in mij op om de twee sporten te combineren en verder uit te breiden met zwemmen.

Tot op oudejaarsavond. Mijn toekomstige vriendin stelde voor om samen één achtste triatlon te doen. Ach, ik was super verliefd, dronken en wilde indruk maken dus natuurlijk zei ik volmondig ja! 2011 Verstreek zonder dat ik een triatlon volbracht. Wel was het triatlonzaadje geplant.

Het triatlonzaadje ontkiemde vorig jaar toen ik Thirza tegen kwam die al aan verschillende triatlons meedeed. Volgens haar is alles wat je nodig hebt om succesvol te  zijn in een triatlon een set gezonde hersenen en doorzettingsvermogen. Aangezien ik de twee genoemde zaken bezit overtuigde mij dat. Enkele weken later meldde ik mij voor de aller eerste zwemtraining. Wat bleek, een van de zwemtrainers was Rob Barel. Eén van die granieten mannen die ik in de jaren tachtig in Almere zag acteren. Het lood zakte in mijn Speedo. In gedachte zat ik weer op de bank, duim in mond gebiologeerd te kijken de televisie Een warme handdruk van Rob bracht mij terug in het zwembad. Rob Barel bleek gewoon en aimabele man te zijn die sporten gewoon leuk vindt.

2012 werd 2013 en het doel is duidelijk: dit jaar wil ik een triatlon volbrengen. Voor ik veertig word wil ik één achtste triatlon gedaan hebben. Het tweede doel is om in augustus in Veenendaal de olympische triatlon afstand te doen. De weg is lang. Veel trainingen zullen nodig zijn om mij klaar te stomen voor welke triatlon dan ook. Maar ik ben gemotiveerd en klaar om aan deze klus te beginnen.

Deze blog houdt u op de hoogte van al mijn belevenissen op de weg naar triatlon van Veenendaal. Over alle pieken en dalen zal ik u in deze blog in detail informeren.