zondag 9 juni 2013

Tegen de verwachting in


Stipt 06:15 uur verscheurt het geluid van de wekker de stilte in de slaapkamer. Gelukkig rolde ik de avond voorafgaand aan de zaterdagochtendtraining op tijd de kroeg uit. Redelijk fit stapte ik uit bed en zette de gang in naar het koffiezetapparaat. Dat is één van de eerste dingen die ik na het wakker worden doe. Ondanks dat vele mij vertelde dat koffie voor het sporten niet slim is, kan ik een bak in de ochtend niet overslaan. Roken leerde ik mijzelf jaren geleden al af, maar een goeie bak koffie in de ochtend zal ik nooit kunnen weerstaan.
Terwijl ik mijn bakkie troost dronk zag ik door het raam dat de weermannen en vrouwen er naast zaten met de weersvoorspelling. In plaats van een zonnetje, keek ik tegen een troosteloze grijze lucht aan. Dat zou nog wat worden met de hardloopwedstrijd waaraan ik die middag aan mee zou doen. Dat was een latere zorg, eerst maar naar Veenendaal voor de zwemtraining.
Buiten gekomen woei een frisse stijve bries mij om de oren. Ik nam mij direct voor om bij thuiskomst de winterjas weer uit de kast te halen. Na een uur zat het er weer op en droop ik af naar huis.
In de loop van de ochtend voelde ik dat de zwemtraining mij toch meer had gekost dan ik in eerste instantie dacht. Mijn beide benen voelde ineens aan alsof ze in het beton waren gegoten. Daar bleef het jammer genoeg niet bij, want met het verstrijken van de uren voelde ik de energie uit mijn lichaam vloeien als een ballon die heel langzaam leegliep. Normaal helpt vijf minuten op de bank slapen hiertegen maar deze keer mocht ook dat niet baten. Dan maar de normale activiteiten oppakken. Dus: even over de markt gelopen, bakkie doen bij “De Kater” en dan via de Hoogstraat weer naar huis. Ook dat mocht niet baten, de ballon was leeg en bleef leeg. Nog twee uur voor de wedstrijd…
Twee uur, ik besloot dat snotteren en mezelf zielig vinden mij niet gingen helpen. Een Hollandse schop onder mijn kont zou dat waarschijnlijk wel doen. Dik ingepakt in mijn winterjas ging ik naar Rhenen. De aanblik van vele VZC’ers deed mij al direct een stuk beter voelen. Sommige hadden al gelopen want die deden mee aan de estafetteloop. Iets opgewekter haalde ik het startnummer op en maakte ik mij klaar voor de 10 kilometer van Rhenen. Om drie uur precies klonk het startschot. Ik weet niet waarmee ze schieten in Rhenen maar het grijze wolkendek brak open en een stralende zon kwam tevoorschijn. Met het verschijnen van de zon verdwenen mijn kwaaltjes. Snel schakelde ik een versnelling hoger. De weg ging direct ophoog, ondanks deze pittige klim voelde ik mij opperbest. De Utrechtsestraatweg voerde snel het dorp uit en via de Stokweg het bos in. De omgeving waarin ik liep gaf mij nog meer energie. Hardlopen is al leuk, maar lopen in een groene omgeving met een vriendelijk zonnetje op de kop maakt het zoveel leuker. Na de Stokweg sloegen we af linksaf de Defensieweg in. Op de Defensieweg lag het  keerpunt. Door dit keerpunt kon je de eerste lopers al weer terug zien komen. Het is dan altijd leuk om een Vzc’er op kop te zien lopen. Het was Sjoerd  die het deelnemersveld aanvoerde. Deze koppositie gaf hij tijdens deze wedstrijd niet meer uit handen. Met het volgen van de Autoweg kwam ik het bos uit. De Bergweg en de Beukenlaan bracht mij weer terug in de bebouwde kom. In het centrum van Rhenen was het nog een paar keer dalen en stijgen. Met het in zicht komen van de finish liep de weg nog één keer omhoog.  Na 46 minuten en beetje kwam ik over de streep. Dat was een stuk sneller dan ik ooit liep. Conclusie: een goeie schop onder de kont doet soms wonderen. 

Geen opmerkingen: