vrijdag 12 juni 2015

Fijn een rondje fietsen


Nieuwe Kanaal, Veensteeg, Kraatsweg, Bennekomsekade, Wolfsdijk, Maadersbroekweg, Maandersbuurtweg, Pakhuisweg, Kade, Oudendijk, Buurtweg, Meikade, Schampsteeg, oh loopt dood, Schampsteeg, Meikade, Goorsteeg, Lunterseweg, Rijksweg, Apledoornseweg, over de heide heen crossen, Arhemseweg, Wolfhezerweg, Parallelweg, door het bos heen scheuren, Quadenoord, Bosbeekweg, Panoramaweg, Haselweg, weer een stuk door het bos heen…lekker, Geertjesweg, Zoomweg, Dolderstraat, Churchillweg en dan naar huis. Dat waren vijfenvijftig prachtige kilometers door het oh zo mooie landschap van Gelderland en oké, ook een heel klein beetje Utrecht.

Wat het zo mooi maakt? Vooral de afwisseling. Het eerste deel van de route voerde mij door oud boerenlandschap. Tussen het groen verscholen, zag je een boerderij met in de tuin het wapperende wasgoed dat aan de lijn te drogen hing. Rook je varkensmest en hoorde je de koeien loeien. In de vele kronkelde slootjes, stond dan weer een Reiger dan weer een Ooievaar de wacht te houden. Het maaien was nog niet begonnen want de weilanden lagen er nog fris groen bij. Nergens rook je de typische geur van vers gemaaid gras dan wel de zoete geur van hooi dat op weilanden te drogen ligt. Boven de weilanden vlogen de bekende weidevogels als Kieviet, Grutto en Tureluur.

Na dit weidegeweld volgt het dorp Ede. Veel valt daar niet over te zeggen want ik was er weer snel doorheen. Wat volgde was de Ginkelseheide. In de verte kon ik in het noorden de bossen van Otterlo zien liggen. Zuidelijk lagen de oefengebieden van Defensie en in het Zuidoosten kon ik de bossen van Plankenwambuis zien liggen. Rust straalde van deze omgeving uit. Zelfs de vogels hadden pauze, ik hoorde er in ieder geval geen een. Wel waren er veel fietsers op de fiets. Hier en daar was het even passen en meten. Vooral op kruisingen. Daar heeft de onbekend-met-de-streek-fietser de onhebbelijkheid om midden op de kruising stil te gaan staan om zich midden op het fietspad te oriënteren of om met de fietspartner te overleggen over welke weg er genomen dient te worden. Af en toe best lastig. Als racefietser heb je al z’n naam en met de naam van de vereniging op de kont en rug ben ik heel voorzichtig met welk ik commentaar ik z’n sta-in-de-weg geef.

Heelhuids passeerde ik Wolfheze, sloeg rechtaf de Parallelweg in die langs het spoor het bos in gaat. Voor een ex-Randstadsstedeling elke keer weer een heerlijke ervaring. Het grootse bos dat ik uit mijn oude woonomgeving kende was het Keukenhofbos. In vergelijking met waar ik nu doorheen fiets kun je beter spreken van het Keukenhofpark. Maar goed alles heeft zo zijn charmes. In het bos was het een paar graden koeler dan op de heide en dat maakte het fietsen net even aangenamer. Na een stukje asfalt volgde een stuk onverhard. Vroeger deinsde ik hier voor terug want een lekke band lag op de loer. Maar die dagen liggen achter mij. Tegenwoordig fiets ik geen meter zonder een extra binnenband en fietspomp. Haha ik lach tegenwoordig om een lekke band. Of ik moet twee lekke banden op een route rijden, ik heb maar een bandje mee. Ja dat is mij een keer gebeurd maar daar misschien later meer over, of niet.
Maar goed het bos, daar was ik gebleven. Heerlijk is dat om door het bos heen te fietsen. Hier en daar een doorkijkje naar een open veld of een stukje heide. Een van de mooiere stukken is de weg die van de Parellelweg naar Bennekomseweg voert. Jij rijdt over een fietspad lang een heide. Je fietst onder bomen door die de heide omzomen. Van dit landschap gaat zoveel rust uit. Het landschap lag huer al ruim voor ik er was en zal er ruim liggen als ik allang weer vertrokken ben. Kortom een constante factor in een wisselende wereld.

Na het bos volgde Wageningen…mijn thuis. Thuis waar de grote roergangen en de kleine generaal in de tuin druk doende waren met blokken en zijn loopwagen. Thuis waar ik lekker met mijn gezin aan de lunch kon. Thuis waar ik straks lekker ga douchen.  

Geen opmerkingen: